Zoeken in deze blog

vrijdag 23 december 2016

Gitaarversterker EF86 + 2 x ECL86 push-pull

Ik ben begonnen aan de bouw van (weer) een gitaarversterker. Nu maar eens een met een volledig metalen chassis, dus zonder plank.


Het schema is vrijwel een kopie van het bright kanaal van de VOX AC15, maar dan natuurlijk met ECL86's in plaats van EL84's als eindbuizen. Ook leek het me beter om iedere eindpenthode een aparte kathodeweerstand te geven.


Omdat de gekozen voedingstrafo nog een wikkeling van ca. 40 Volt heeft, gebruik ik die deels om de 'staart' van de fasedraaier wat langer te maken (beter voor de balans), en deels om de spanning op de kathodes van de trioden wat lager te krijgen (beter voor de isolatie tussen kathode en gloeidraad).


Het voorlopige schema en wat foto's van de start van het project:








maandag 8 augustus 2016

Gitaarversterkertje - Slot

Derde posting vandaag: Het is af!


Aanpassing van de ontkoppelcondensator van de PC92 die in de stand 'Slim' is te horen, bleek na wat spelen op luidsprekers in een flinke kast niet nodig; het beoogde verschil in sound is duidelijk te horen.


Eerdere postings: Deel 1, deel 2, deel 3 en deel 4




zondag 31 juli 2016

Gitaarversterkertje - Deel 4

Stand van zaken, enkele foto's en het bijgewerkte schema.


Eerdere postings: Hier, hier en hier


De door de voedingstransformator geleverde hoogspanning was flink lager dan ik had verwacht. Na aanpassing van wat weerstandwaarden in het afvlakfilter bedraagt de voedingsspanning voor de ECC82's nu 272 Volt.


Het versterkertje werkt goed. Het verschil in sound tussen de twee PC92's is niet goed hoorbaar maar dat kan aan de testopstelling liggen (met de luidsprekers zo los op tafel valt verschil in het laag natuurlijk niet op). Als het verschil met de drie luidsprekers in een kastje ook niet opvalt, verklein ik de waarde van de kathodecondensator van de tweede PC92 nog wat.


Vandaag begin ik aan het kastje voor de drie luidsprekers.







zondag 24 juli 2016

Gitaarversterkertje - Deel 3

Het schiet behoorlijk op met dit project. Wat foto's (opklikken voor groot), wat bijschrift en het bijgewerkte schema.


Eerdere postings: hier en hier



Het plan was om één steraarde bij de ingang aan te brengen maar het zijn er uiteindelijk twee geworden.


Op de eerste (rechts bij de ingang, rijkelijk voorzien van soldeertin en meer een 'staafaarde' dan een steraarde...maar dat koperen staafje zat al op het sloopchassis dus het vroeg er gewoon om...) komen alles tot en met de eerste helft van de ECC83 + de randaarde + de verbinding met de tweede steraarde uit.


Op de tweede (boven/midden, het punt waar de bruine draden uitkomen) komen de rest + de verbinding met de eerste steraarde uit.






Een fraai plaatje, zo met de buizen er in.



De plank waar de 'versterkermodule' op zal komen te staan. Linksboven zit de plug voor de luidspreker.


Nu nog proefondervindelijk vier weerstandwaarden in het voedingsdeel vaststellen, alles meten en dan afmonteren.




Tot slot het bijgewerkte schema.



zondag 26 juni 2016

Gitaarversterkertje met 2 x PC92, 1 x ECC83, 2 x ECC82 en 1 x AZ41

Na een flinke periode van 'rust op het zelfbouwvlak' maar weer eens een project gestart: Een push-pull gitaarversterkertje, goed voor circa 1,5 Watt.

De voedingstrafo en de aan/uit-schakelaar komen naast het chassis te staan. Maar het zal ook dan nog wel lastig worden om de resterende onderdelen in en op dit chassis kwijt te kunnen.

Het schema en enkele foto's (opklikken voor groot):





















dinsdag 11 augustus 2015

Doorbreken impasse - Aikido koptelefoonversterker

Omdat mijn huidige project ( zie: Versterker ) al ruim een half jaar stil ligt, wil ik die impasse doorbreken door een ander project te starten. Dat is wel vaker zo gegaan en dat werkte toen ook.

Gisteren heb ik het volgende schema gemaakt.








Het betreft een ontwerp van John Broskie.

Ik heb er echter voor gekozen om de gloeispanning niet gemeenschappelijk voor de 4 buizen te verzorgen. In die opzet zou de gloeispanning op ca. 75 Volt dc moeten zweven om binnen de marges van de toegestane spanning tussen kathode en gloeidraden te blijven. In mijn opzet krijgen de onderste trioden hun eigen gloeispanning die aan massa ligt en de bovenste trioden gloeispanning die op ca. 150 Volt dc zweeft.

De voedingsspanning zal iets boven de 300 Volt dc komen te liggen.

Komend weekend maar eens aan het werk met de behuizing.

zondag 26 juli 2015

Philips Electronenbuizen - Boek IIIb

Frank Philipse heeft het door mij ingescande Boek IIIb "Gegevens en Schakelingen van Moderne Ontvang- en Versterkerbuizen" (1955) op zijn site geplaatst.

Zie:  PHILIPS' TECHNICAL LIBRARY - Series on ELECTRONIC TUBES


zondag 5 juli 2015

Hoe betrouwbaar zijn de boeken van Rainer zur Linde?

Al weer wat jaren geleden kreeg ik het boek "Build your own Audio Valve Amplifiers" van Rainer zur Linde (Elektor, 1995) als verjaardagskado. Natuurlijk blij, want op het eerste gezicht een prachtig boek met veel schema's en uitleg.

Maar al snel ben ik anders over dit boek, en daardoor ook over de andere boeken van de hand van Rainer zur Linde, gaan denken. Er zitten namelijk zeker twee flinke fouten in het boek. En mogelijk dus nog meer.

Zo is de waarde van C7 in de voeding in het volgende schema 100 uF, terwijl in datasheets van de EZ81 is te lezen dat de maximale waarde van die condensator 50 uF bedraagt. Het gevolg van een te hoge waarde is mogelijke overslag in, en in ieder geval een kortere levensduur van de EZ81.



Veel ernstiger is de fout in het volgende schema. Zie de waarden van de kathodeweerstanden R10 en R11. Twee keer 150 Ohm parallel geeft 75 Ohm, een veel te lage waarde, met als gevolg dat de KT88 veel te weinig negatieve voorspanning krijgt en er dus een veel te hoge stroom gaat lopen. De kathodespanning dient immers rond de 30 Volt te liggen (volgt ook uit datasheets van de KT88). De kathodestroom zou dan worden: I = V / R = 30 / 75 = 400 mA. De KT88 zou dan dissiperen: P = I x V = 0,4 x ca. 290 V = ca. 116 Watt. Je mag dan hopen dat de zekering aan de primaire zijde van de voedingstranformator snel genoeg doorslaat want anders kost het je twee stuks KT88 en mogelijk ook de uitgangs- en voedingstransformatoren. De weerstanden van 150 Ohm hadden natuurlijk in serie moeten staan (of hadden ieder iets van 600 Ohm zijn) zodat de totale waarde 300 Ohm zou bedragen.




Ik heb Elektor eind 2010 over de ontdekte fouten gemaild en de vraag gesteld of er nog andere fouten in het boek bekend waren, en dan met name in de gedeelten met halfgeleiders omdat ik fouten aldaar minder makkelijk op zal merken. De gesignaleerde fouten werden erkend en er zouden geen andere fouten bekend zijn. Maar het heeft voor zover ik weet niet tot gevolg gehad dat latere kopers van het boek voor de fouten worden gewaarschuwd, bijvoorbeeld met een inlegvel.

Het zal je maar een stel KT88's of meer kosten...

Update 1 september 2017:


Nog een flinke fout ontdekt. De kathode van de bovenste helft van de ECC81 in het volgende schema ligt op 232 Volt gelijkspanning. De gloeispanning van alle buizen in deze voorversterker ligt echter aan massa. De maximale spanning tussen gloeidraad en kathode bedraagt volgens de datasheet van de ECC81 90 Volt. In dit ontwerp van Zur Linde wordt die maximale waarde dus met maar liefst 142 Volt overschreden. De isolatie tussen gloeidraad en kathode van de betreffende ECC81 loopt dus een zeer groot risico om het te begeven.




Update 1 juni 2021:


Naar aanleiding van een vraag over het volgende schema (en een discussie er over op het NFOR forum) nog een voorbeeld.



Over de voortrap/fasedraaier:

Door beide helften van de ECC83 loopt in totaal: Ik = Vk / Rk = 2,2 / 1247 = 0,00176 A = 1,76 mA

Tussen Vb = 283 V en de bovenkant van R3 (100K) staat een verschil van 283 - 228 = 55 V. Zelfs als de loper van P1 (25K) geheel naar beneden staat (wat overigens niet zou kunnen omdat R4 op 260 V zou moeten komen) en daardoor de weerstand en dus de spanningsval over P1 richting R3 bij een gegeven stroom maximaal zou zijn, dan nog is als stroom voor die 55 V nodig: I = 55 / 25000 = 0,0022 A = 2,2 mA.

Maar er is bij lange na geen 2,2 mA voor die spanningsval voorhanden omdat immers Iktot maar 1,76 mA is.

Waar kijken we eigenlijk naar? De voortrap heeft trekken van een ‘long-tail pair’ maar de ‘tail’ is belachelijk kort en de waarden van de anodeweerstanden liggen ver uit elkaar (100K versus 15K). Dit zal zo geen symmetrische uitgangssignalen kunnen geven, althans, ik zou niet weten hoe.

De tegenkoppeling komt me vreemd voor want wordt teruggevoerd op de gemeenschappelijke kathodeweerstand van de beide helften van de ECC83.

Over de eindtrap:

Bij dit schema staat in het boek van Zur Linde dat via de instelbare kathodeweerstanden de anodestroom per EL84 op ongeveer 44 mA moet worden ingesteld, waarbij dan de negatieve roosterspanning ongeveer 8 V zou zijn.

Stel dat over een helft van de primaire ongeveer 10 Volt spanningsval plaatsvindt (dus Rdc is ongeveer 200 Ohm per helft, hetgeen volgens mij voor een UGT van kwaliteit behoorlijk hoog is). Dan is Va (= spanning tussen anode en kathode) dus ongeveer 300 - (8 + 10) = 282 V

Vg2 zal net iets hoger liggen (want iets minder spanningsval in de UGT) dus stel die eens op 285 V.

Als we dan kijken in de datasheet voor de EL84 dan lijkt het mij onmogelijk dat er maar 44 mA anodestroom loopt bij 8 V negatieve roosterspanning omdat dat ongeveer de stroom is die zou lopen bij Va = Vg2 = 250 V. Maar Va en Vg2 (die laatste is vooral bepalend voor Ia) liggen hoger dan 250 V. Ik schat zo in dat Ia bij Vg2 = 282 V en Vg1 = -8 V iets van 60 á 65 mA zal zijn (en daarmee flink boven de toelaatbare dissipatie zou zitten).

Dus ook de eindtrap klopt niet.

Over de voeding:

Hoe Zur Linde met een voedingstrafo van secundair 2 x 200 V á 220 V en een EZ81 op iets meer dan 300 Vdc denkt uit te komen, is mij een raadsel. Ik denk dat je niet eens 250 Vdc haalt.

Nog een andere (vaker voorkomende) fout: C8 = 100 uF terwijl de datasheet voor de EZ81 als maximum 50 uF aangeeft. Een te hoge waarde zal tenminste ten koste gaan van de levensduur van de EZ81.

De gloeidraad van de EZ81 is verbonden met diens kathode, terwijl die met de andere buizen aan dezelfde 6,3 V wikkeling ligt. De anti-brom potmeter zal er mooi van gaan roken denk ik zo.






zaterdag 23 mei 2015

Boek V en Boek X uit de boekenreeks over electronenbuizen van Philips

Frank Philipse heeft een flink gedeelte van de boekenreeks over electronenbuizen van Philips op zijn (prachtige!) site staan. Zie: Philips Series on Electron Tubes

Onder meer Boek V en Boek X ontbraken echter nog op de site.

Boek X heb ik ooit eens gedownload van de site van de TU Delft. Boek V heb ik zelf en dus maar eens ingescand (wat een klus...). Beiden heb ik naar Frank gezonden en hij heeft ze inmiddels op zijn site geplaatst.

Zie:

Boek V

Boek X

Na wat onderzoek, mede naar aanleiding van discussie op het Nederlands Forum over Oude Radio's (zie: Serie Philips electronenbuizen ), ben ik tot de conclusie gekomen dat Boek VI van de serie nooit is uitgegeven.

Ik heb Boek IIIb ook in mijn boekenkast staan. Wellicht dat ik die ook nog eens inscan en naar Frank zend.