Zoals al eens eerder op mijn site vermeld, heb ik deze hobby een jaar of 9 geleden herontdekt na hem rond mijn 15e uit mijn handen te hebben laten vallen.
Tijdens het begin van die herstart was ik vooral bezig met het herbouwen van versterkers uit radio's en bandrecorders, zowel voor audio als elektrische gitaar. Ik zal daar op een later moment nog wel eens wat van op deze site laten zien.
Die bouwsels voor gitaar voldeden al snel best aardig, vooral toen ik er achter was gekomen dat je de tegenkoppeling beter weg kon laten. Maar de "audio-werkstukken" met meestal single-ended EL84's en van die ondermaatse uitgangstransformatortjes, klonken nou niet bepaald "high fidelity".
Klaar dus voor een stap omhoog op de ladder.
Ik heb toen bij de internetzaak Jukebox Revival een stel KT88's, een stel 5AR4's, een stel 6027A's en een stel Hammond 1627SEA single-ended uitgangstransformatoren besteld. Bij Radio Twenthe had ik al de nodige smoorspoelen en ander moois gekocht. Tenslotte ben ik bij Amplimo twee flinke ringkern voedingstransformatoren op gaan halen.
Een van de bouwsels met deze onderdelen is hieronder te zien. Bedradingstechnisch wat knullig, vooral aan de ingang en bij de buisvoeten, maar dat gaf geen problemen op deze signaalsterkte (CD-speler). Voordeel van deze breadboard methode is natuurlijk dat je razendsnel aanpassingen kan doorvoeren en makkelijk kan meten (meetpennen op de schroefjes van de kroonsteentjes; uitschieten is er dan niet bij).
Ik heb er destijds met veel plezier flink wat CD's op beluisterd.
Het uitrusten van mijn serieuzere versterkers met voedingen per kanaal stamt uit deze tijd. Ik had toen net op de site van Dr. Harvey "Gizmo" Rosenberg ( zie: Triode Guild ) gelezen dat op voedingslijnen van versterkers behoorlijk wat audiosignaal meetbaar was. Ik vond het daarom logisch om de eventuele invloed van de kanalen op elkaar te vermijden door de voedingen apart per kanaal uit te voeren. Om eventuele invloed van de eindtrappen op de voortrappen te verminderen, heb ik in deze versterker nog twee extra smoorspoelen gebruikt. Wat later ben ik de voortrappen in mijn serieuzere versterkers ook nog eens van aparte voeding gaan voorzien zodat de eindtrappen geen enkele invloed meer op andere delen van de versterker kunnen uitoefenen.
Of dit voor klasse A instelling allemaal echt nodig is? Ik moet dat nog steeds eens met een oscilloscoop nagaan. Kwaad kan het in ieder geval zeker niet. En de versterkers krijgen er een mooie 'industrial look' van.
Deze versterker is wegens ruimtegebrek al weer enige tijd geleden uit elkaar gehaald. De twee voedingen heb ik nog wel staan. Nog zo'n voordeel van de breadboard methode. Of is het misschien een nadeel..?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten