OTL Versterkers met zeer veel tegenkoppeling
Zoeken in deze blog
zaterdag 28 maart 2015
Nog een geboorte van een OTL versterker
Een serie foto's over de totstandkoming van een van de versterkers die ik eerder hier beschreef:
OTL Versterkers met zeer veel tegenkoppeling
OTL Versterkers met zeer veel tegenkoppeling
maandag 23 maart 2015
Gitaarversterkertje
Uit de begintijd van mijn herontdekte hobby stamt dit maaksel. Gebouwd met/rond het elektronische deel van een Philips EL3516 bandrecorder waar nog een ECC83 aan is toegevoegd en de EM80 is weggelaten.
Het schema rond de tweede ECC83 en de triode van de ECL82, dus het in- en uitschakelbare gedeelte, is naar het schema van de Hot Box Pedal. Na wat experimenteren, is de extra ECC83 uiteindelijk slechts als parallel geschakelde kathodevolger gebruikt. Had net zo goed, of zelfs beter, weggelaten kunnen worden maar ach, het voetje en gloeispanningsleidingen zaten er toch al dus waarom ook niet.
Met het kleine luidsprekertje en het veel te kleine 'klankbord' ontbrak het natuurlijk aan 'body'. Maar het kwam met het Hot Box gedeelte ingeschakeld best aardig in de buurt van de gitaarsound van op "You Really Got Me" van The Kinks. Ik was er destijds wel tevreden over.
Het schema rond de tweede ECC83 en de triode van de ECL82, dus het in- en uitschakelbare gedeelte, is naar het schema van de Hot Box Pedal. Na wat experimenteren, is de extra ECC83 uiteindelijk slechts als parallel geschakelde kathodevolger gebruikt. Had net zo goed, of zelfs beter, weggelaten kunnen worden maar ach, het voetje en gloeispanningsleidingen zaten er toch al dus waarom ook niet.
Met het kleine luidsprekertje en het veel te kleine 'klankbord' ontbrak het natuurlijk aan 'body'. Maar het kwam met het Hot Box gedeelte ingeschakeld best aardig in de buurt van de gitaarsound van op "You Really Got Me" van The Kinks. Ik was er destijds wel tevreden over.
woensdag 18 maart 2015
Tweede Wereldoorlog - Sabotage bij Philips - CC2 gelabeld als EC2 - Chloorgas voor kathode vergiftiging
Het thema van de thematentoonstelling van het Rotterdams Radio Museum op zondag 22 maart 2015 is: "70 jaar bevrijding". Voor meer informatie: Flyer "70 jaar bevrijding"
Geen bevrijding zonder voorafgaande bezetting. Geen bezetting zonder sabotage. Een anecdote.
Ik was destijds van plan om de CC2 te gaan gebruiken als kathodyne fasedraaier in een nog steeds te bouwen push-pull versterker met CL6 als eindbuizen (zie: In de wachtrij... ). Omdat een van de uitgangspunten voor die versterker is dat alleen buizen met P-voeten gebruikt worden, had ik een triode met P-voet nodig die een zo hoog mogelijke spanning tussen zijn kathode en gloeidraad kan verdragen. Voor de CC2 bedraagt dat voltage 125 Volt maximaal.
Bij het afhalen was de heer Donkers zelf even niet bij zijn beurstafel dus heb ik mijn bestelling van zijn echtgenote meegekregen.
Thuisgekomen zag ik pas dat op de papieren labels waarmee de kartonnen hulzen dichtgeplakt waren EC2 stond. Na verwijdering van een huls bleek dat ook rond de buis zelf een papieren label was aangebracht en ook daar stond op dat het om een EC2 zou gaan.
Van een van de buizen heb ik het label wat weggepeuterd. Zoals op de foto's is te zien, was slechts "C2" te zien. De plek waar waarschijnlijk de eerste, nu dus ontbrekende letter stond, was de metallic afscherming van de buis, en daardoor ook die eerste letter, weggekrast.
In de reactie op mijn email aan de heer Donkers gaf hij aan dat hij me bij het ophalen van de bestelling nog had willen vertellen dat het wel degelijk om 4 stuks CC2 ging. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd dit opzettelijk verkeerd labelen van voor de Duitsers bestemde buizen volgens hem wel vaker bij Philips gedaan.
Nameting van de buizen op de buizentester bevestigde dit. Het ging wel degelijk om CC2's.
De gloeispanning van de CC2 bedraagt 13 Volt, die van de EC2 6,3 Volt. Deze buizen zouden op de plek van een EC2 dus maar de helft van hun benodigde gloeispanning krijgen en daardoor nauwelijks/niet hebben gefunctioneerd.
Voor de lezer die het wat verwarrend vindt dat (in dit geval) Valvo buizen door Philip werden gemaakt: Het was erg gebruikelijk dat producenten van buizen ook voor andere merken produceerden. Valvo (Hamburg) maakte trouwens al sinds 1927 deel uit van het Philips concern.
Leuk om zo aan 4 buizen 'met een verhaal' te komen. Ik hoop echter dat de buizen niet ook nog zijn blootgesteld aan een andere methode van sabotage die Philips tijdens de Tweede Wereldoorlog toepaste. Het volgende citaat is van de site van Ronald Dekkers ( Radio Tube Research and Development at Philips, 1920-1945 ):
"The department also developed new processes and provided assistance in solving problems with fabrication processes. Cathode poisoning was such a reoccurring problem. After much research it was found that small contaminations, specifically traces of chlorine could “poison” cathodes, resulting in early failure. An interesting anecdote is that this knowledge was used to sabotage the production of tubes for the Germans during the Second World-War. A small cylinder of chlorine gas, hidden on the roof of the building, was used to add minute and undetectable traces of chlorine to the vacuum of the tube. Although these tubes tested ok when they left the factory, they failed after a short period of use. The scheme was never discovered by the Germans."
zaterdag 14 maart 2015
Instrumentaal nummer
Tijdens het in 2007 opnemen van dit eigen nummer zijn de nodige buizen gebruikt dus nog net niet off topic.
De drums komen uit een Zoom Rhythmtrak RT-123 (zelf geprogrammeerd, dus niet een van de standaard ritmes). De rest (2 x gitaar en 1 x bass, met een geleende Rickenbacker) speel ik zelf.
Eigenlijk een onaf nummer, meer een probeersel. Filmmuziekachtig. Ik gebruikte het vooral om lekker met gitaar op te soleren.
Een ander eigen nummer met zang is hier te beluisteren: Met een lach op mijn gezicht .
Ik was destijds wel erg gecharmeerd van compressie, iets waar ik inmiddels behoorlijk van terug ben gekomen. Compressie na reverb blijf ik echter mooi vinden. De galm blijft er zo mooi door 'hangen'.
Intro:
Outro:
D9 no5 - E7 no5 - A - Bes - G - D9 no5
De drums komen uit een Zoom Rhythmtrak RT-123 (zelf geprogrammeerd, dus niet een van de standaard ritmes). De rest (2 x gitaar en 1 x bass, met een geleende Rickenbacker) speel ik zelf.
Eigenlijk een onaf nummer, meer een probeersel. Filmmuziekachtig. Ik gebruikte het vooral om lekker met gitaar op te soleren.
Een ander eigen nummer met zang is hier te beluisteren: Met een lach op mijn gezicht .
Ik was destijds wel erg gecharmeerd van compressie, iets waar ik inmiddels behoorlijk van terug ben gekomen. Compressie na reverb blijf ik echter mooi vinden. De galm blijft er zo mooi door 'hangen'.
Intro:
D9 no5 - E7 no5 - A - Bes - G
D9 no5 - E7 no5 - A - Bes - G
Couplet:
Em7 no5 - G
Em7 no5 - Em7 - Em7 no5 - G
C - D / D7 sus2 no3
Filler:
Em9 - Em aug5 w5 - Em7 - Am6/9
Em9 - Em aug5 w5 - Em7 - Am6/9
Bm - A7 sus4 /Am7 - Em7 no5 -
Bm - A7 sus4 - Em
Refrein:
D add9 sus4 w3 no5 - D add9 sus4 w3 no5 - C
add9 - C - Em - F - C
D add9 sus4 w3 no5 - D add9
sus4 w3 no5 - C add9 - C - Em - F - C - D
Couplet:
Em7
no5 - G
Em7 no5 - Em7 - Em7 no5 - G
C - D / D7 sus2 no3
Filler:
Em9 - Em aug5 w5 - Em7 - Am6/9
Em9 - Em aug5 w5 - Em7 - Am6/9
Bm - A7 sus4 /Am7 - Em7 no5 -
Bm - A7 sus4 - Em
Refrein:
D add9 sus4 w3 no5 - D add9 sus4 w3 no5 - C
add9 - C - Em - F - C
D add9 sus4 w3 no5 - D add9
sus4 w3 no5 - C add9 - C - Em - F - C - D
Outro:
D9 no5 - E7 no5 - A - Bes - G - D9 no5
donderdag 12 maart 2015
Actieve crossover 85 Hz
Naar een ontwerp van Steve Bench. De afval per octaaf bedraagt 16 dB. Gezien de scheidingsfrequentie natuurlijk bedoeld voor het aansluiten van een subwoofer.
zondag 8 maart 2015
Versterker 2 x (6072A/12AY7 parallel + KT88 ultra lineair single-ended + 5AR4)
Zoals al eens eerder op mijn site vermeld, heb ik deze hobby een jaar of 9 geleden herontdekt na hem rond mijn 15e uit mijn handen te hebben laten vallen.
Tijdens het begin van die herstart was ik vooral bezig met het herbouwen van versterkers uit radio's en bandrecorders, zowel voor audio als elektrische gitaar. Ik zal daar op een later moment nog wel eens wat van op deze site laten zien.
Die bouwsels voor gitaar voldeden al snel best aardig, vooral toen ik er achter was gekomen dat je de tegenkoppeling beter weg kon laten. Maar de "audio-werkstukken" met meestal single-ended EL84's en van die ondermaatse uitgangstransformatortjes, klonken nou niet bepaald "high fidelity".
Klaar dus voor een stap omhoog op de ladder.
Ik heb toen bij de internetzaak Jukebox Revival een stel KT88's, een stel 5AR4's, een stel 6027A's en een stel Hammond 1627SEA single-ended uitgangstransformatoren besteld. Bij Radio Twenthe had ik al de nodige smoorspoelen en ander moois gekocht. Tenslotte ben ik bij Amplimo twee flinke ringkern voedingstransformatoren op gaan halen.
Een van de bouwsels met deze onderdelen is hieronder te zien. Bedradingstechnisch wat knullig, vooral aan de ingang en bij de buisvoeten, maar dat gaf geen problemen op deze signaalsterkte (CD-speler). Voordeel van deze breadboard methode is natuurlijk dat je razendsnel aanpassingen kan doorvoeren en makkelijk kan meten (meetpennen op de schroefjes van de kroonsteentjes; uitschieten is er dan niet bij).
Ik heb er destijds met veel plezier flink wat CD's op beluisterd.
Het uitrusten van mijn serieuzere versterkers met voedingen per kanaal stamt uit deze tijd. Ik had toen net op de site van Dr. Harvey "Gizmo" Rosenberg ( zie: Triode Guild ) gelezen dat op voedingslijnen van versterkers behoorlijk wat audiosignaal meetbaar was. Ik vond het daarom logisch om de eventuele invloed van de kanalen op elkaar te vermijden door de voedingen apart per kanaal uit te voeren. Om eventuele invloed van de eindtrappen op de voortrappen te verminderen, heb ik in deze versterker nog twee extra smoorspoelen gebruikt. Wat later ben ik de voortrappen in mijn serieuzere versterkers ook nog eens van aparte voeding gaan voorzien zodat de eindtrappen geen enkele invloed meer op andere delen van de versterker kunnen uitoefenen.
Of dit voor klasse A instelling allemaal echt nodig is? Ik moet dat nog steeds eens met een oscilloscoop nagaan. Kwaad kan het in ieder geval zeker niet. En de versterkers krijgen er een mooie 'industrial look' van.
Deze versterker is wegens ruimtegebrek al weer enige tijd geleden uit elkaar gehaald. De twee voedingen heb ik nog wel staan. Nog zo'n voordeel van de breadboard methode. Of is het misschien een nadeel..?
Tijdens het begin van die herstart was ik vooral bezig met het herbouwen van versterkers uit radio's en bandrecorders, zowel voor audio als elektrische gitaar. Ik zal daar op een later moment nog wel eens wat van op deze site laten zien.
Die bouwsels voor gitaar voldeden al snel best aardig, vooral toen ik er achter was gekomen dat je de tegenkoppeling beter weg kon laten. Maar de "audio-werkstukken" met meestal single-ended EL84's en van die ondermaatse uitgangstransformatortjes, klonken nou niet bepaald "high fidelity".
Klaar dus voor een stap omhoog op de ladder.
Ik heb toen bij de internetzaak Jukebox Revival een stel KT88's, een stel 5AR4's, een stel 6027A's en een stel Hammond 1627SEA single-ended uitgangstransformatoren besteld. Bij Radio Twenthe had ik al de nodige smoorspoelen en ander moois gekocht. Tenslotte ben ik bij Amplimo twee flinke ringkern voedingstransformatoren op gaan halen.
Een van de bouwsels met deze onderdelen is hieronder te zien. Bedradingstechnisch wat knullig, vooral aan de ingang en bij de buisvoeten, maar dat gaf geen problemen op deze signaalsterkte (CD-speler). Voordeel van deze breadboard methode is natuurlijk dat je razendsnel aanpassingen kan doorvoeren en makkelijk kan meten (meetpennen op de schroefjes van de kroonsteentjes; uitschieten is er dan niet bij).
Ik heb er destijds met veel plezier flink wat CD's op beluisterd.
Het uitrusten van mijn serieuzere versterkers met voedingen per kanaal stamt uit deze tijd. Ik had toen net op de site van Dr. Harvey "Gizmo" Rosenberg ( zie: Triode Guild ) gelezen dat op voedingslijnen van versterkers behoorlijk wat audiosignaal meetbaar was. Ik vond het daarom logisch om de eventuele invloed van de kanalen op elkaar te vermijden door de voedingen apart per kanaal uit te voeren. Om eventuele invloed van de eindtrappen op de voortrappen te verminderen, heb ik in deze versterker nog twee extra smoorspoelen gebruikt. Wat later ben ik de voortrappen in mijn serieuzere versterkers ook nog eens van aparte voeding gaan voorzien zodat de eindtrappen geen enkele invloed meer op andere delen van de versterker kunnen uitoefenen.
Of dit voor klasse A instelling allemaal echt nodig is? Ik moet dat nog steeds eens met een oscilloscoop nagaan. Kwaad kan het in ieder geval zeker niet. En de versterkers krijgen er een mooie 'industrial look' van.
Deze versterker is wegens ruimtegebrek al weer enige tijd geleden uit elkaar gehaald. De twee voedingen heb ik nog wel staan. Nog zo'n voordeel van de breadboard methode. Of is het misschien een nadeel..?
woensdag 4 maart 2015
Gesloten boxen met Philips AD1265-M8....Niet alles gaat goed
Ik weet niet meer precies hoe ik er van overtuigd was geraakt dat de bassen met deze luidspreker en kastmaat toch prima zouden moeten klinken. Het was in ieder geval van voor het moment dat ik wist dat de resonantiefrequentie van een luidspreker een erg belangrijke beperkende factor is, zeker in gesloten behuizingen.
Wat een deceptie bij de eerste test. Natuurlijk nog diverse andere opstellingen geprobeerd maar dat maakte weinig uit.
Ze zijn al lang geleden met het grofvuil meegegaan.
Abonneren op:
Posts (Atom)