Aanvankelijk was de versterking wat te laag, terwijl ik vanwege mijn element (Denon DL-160 moving coil met een output van 1,6 mV) juist wat extra nodig heb. Door de tegenkoppeling van de 3e naar de 2e trap te verminderen, is de versterking inmiddels ruim voldoende.
Vervolgens had ik te kampen met een behoorlijke brom. Die was er tijdens de eerste test nog niet dus het lag voor de hand om de oorzaak te zoeken in bekabeling/opstelling. Het netsnoer van de pick-up bleek te dicht bij de aansluitkabel te liggen. Toen dat was verholpen, was de brom volledig verdwenen. Heeft me wel wat verbaasd omdat ik daar nooit eerder last van heb gehad.
Aardlussen voorkom ik in de regel door slechts een onderdeel van de keten (vrijwel altijd het eerste versterkende onderdeel) via netstekker te aarden. In het geval van de phono voorversteker is dus alleen de phono-voorversteker via randaarde geaard. De daarna komende actieve crossover en de beide versterkers zijn dus niet via randaarde maar uitsluitend via de aansluitkabels en phono voorversteker geaard. Ik bereik dat door voor die onderdelen van de keten stopcontacten zonder randaarde te gebruiken. De aparte aarddraad uit mijn pick-up is met het chassis van de phono voorversterker verbonden.
De voorversterker klinkt goed. Met het oor bij de luidsprekers en met het volume flink open, is wel wat ruis te horen. Dat viel wel te verwachten met een pentode in de 1e trap. Het ruisniveau ligt echter flink onder de ruis/noise die een plaat bij afspelen produceert.
Hieronder een foto van het bouwproces van vlak voor afronding. De instelpotmeter tussen de beide buisvoeten is voor het instellen van de voedingsspanning (212 Volt). Links zie je twee LM317's met hun koeling. Die reguleren de gloeispanning van de buizen EF86 en ECC83. De trafo linksonder is voor de gloeispanning van de PCL82 en PY81. De trafo rechtsonder is voor de voedingspanning en gloeispanning van de buizen EF86 en ECC83.
Tot slot nog de schema's: